Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

Epilepsie

Wat is epilepsie?

Epilepsie is een hersenaandoening met aanvallen. Als u twee of meer aanvallen in een jaar heeft gehad heeft u epilepsie. 

De eerste aanvallen beginnen vaak op de kinderleeftijd en bij jong volwassenen (rond de 20 jaar). Ook op latere leeftijd kan epilepsie ontstaan, soms na een andere hersenaandoening.

De aanvallen verschillen per persoon.

  • De een raakt bewusteloos, valt en met armen en benen gaat schokken. Urine verliezen en bijvoorbeeld zijn of haar tong stuk bijten kunnen ook bij de aanval horen. 
  • De ander is ineens even niet aanspreekbaar, staart voor zich uit of laat iets uit zijn of haar handen vallen.

Sommige mensen voelen een aanval aankomen. Ze krijgen bijvoorbeeld vreemde tintelingen of hebben een vreemd opstijgend gevoel vanuit de maag.

Kan ik er zelf iets tegen doen?

Als u hoort dat u epilepsie heeft, dan schrikt u waarschijnlijk. Zeker in het begin kunt u zich onzeker voelen over wat er kan gebeuren. Kunt u wel zwemmen? Mag u wel fietsen? Kunt u wel uit eten? Bij allerlei activiteiten zal in het begin de angst voor een aanval een rol spelen.

  • Om meer zekerheid te krijgen is het goed eens op te schrijven wat er aan de aanval vooraf ging. Zijn er dingen die een aanval uitlokken?
  • Merkt dat iets een aanval kan uitlokken? Probeer die situatie dan te vermijden.
  • Bespreek met mensen thuis of op uw werk wat ze kunnen doen als u een aanval krijgt.
  • Zorg dat u fit bent en vermijd stressvolle situaties. Moeheid en stress kunnen soms een aanval uitlokken.
  • Bespreek uw problemen of angsten met uw (huis)arts.

Wat kan de apotheker voor mij doen?

Uw apotheker zorgt ervoor dat u uw medicijnen goed en veilig kunt gebruiken. Het maakt niet uit of u een medicijn korte tijd of langdurig nodig heeft.

  • Receptcontrole

De apotheker controleert elk recept. Bijvoorbeeld: is het juiste medicijn voorgeschreven en meegegeven, is de dosering goed, kan het medicijn samen met andere medicijnen die u gebruikt. Als het nodig is, overlegt uw apotheker met uw huisarts of specialist.

  • Overzicht van uw medicijnen

Uw apotheker houdt bij welke medicijnen u gebruikt. U kunt in de apotheek altijd om een overzicht van uw medicijnen vragen. Dit kunt u bijvoorbeeld meenemen als u uw specialist bezoekt, in het ziekenhuis wordt opgenomen of naar het buitenland gaat.

  • Delen van informatie over uw medicijnen met andere zorgverleners

Uw apotheker, huisarts en het ziekenhuis kunnen informatie over uw medicijnen met elkaar delen als dat nodig is voor uw behandeling. Dit mag alleen als U daar toestemming voor geeft.

  • Begeleiding bij nieuwe geneesmiddelen

Krijgt u een medicijn dat u in de afgelopen 12 maanden niet hebt gebruikt? Dan krijgt u extra uitleg over deze medicijnen.

  • Ondersteuning als u uw medicijnen weleens vergeet in te nemen

De apotheker heeft daar hulpmiddelen voor. Als uw zorgverzekeraar toestemming geeft, kan uw apotheker uw medicijnen per dag en per tijdstip van inname in aparte zakjes voor u laten verpakken.

  • Persoonlijk gesprek over uw medicijnen

Heeft u vragen over uw medicijnen, of problemen met het gebruik? Bijvoorbeeld moeite met slikken van medicijnen, openmaken van de verpakking, of last van een vervelende bijwerking? Vraag uw apotheker om een persoonlijk gesprek. Hij kijkt dan samen met u welke mogelijkheden er zijn om uw probleem te verhelpen.

  • Medicatiebeoordeling

Uw apotheker en huisarts kunnen u uitnodigen voor een gesprek over uw medicijnen. Dit is mogelijk bij patiënten ouder dan 65 jaar die langdurig meer dan 5 medicijnen gebruiken. Samen met u bespreken ze of er verbetering mogelijk is. Als u bijvoorbeeld last hebt van bijwerkingen van een medicijn kan het soms vervangen worden door een ander medicijn.

  • Zelfzorg

Bij de apotheek kunt u terecht voor advies over medicijnen die u zonder recept (= zelfzorgmedicijnen) kunt kopen, voor verbandmiddelen en cosmetica. De apotheek kan zelfzorgmedicijnen voor u opnemen in uw medicatiedossier. Dan kan de apotheker controleren of u ze veilig samen met uw receptmedicijnen kunt gebruiken.

  • Bezorgservice

Bent u moeilijk ter been? Informeer bij uw apotheek of zij uw medicijnen bij u thuis kunnen bezorgen.

In welke gevallen kan ik beter naar de huisarts gaan?

Welke medicijnen worden gebruikt bij

Anti-epileptica 
Middelen tegen epilepsie worden ook wel anti-epileptica genoemd. Ze beïnvloeden de informatieoverdracht via zenuwen in de hersenen die epileptische aanvallen kunnen oproepen. Hierdoor treden epilepsieaanvallen minder vaak op en zijn ze minder heftig. Voorbeelden zijn carbamazepine, cenobamaat, diphantoïne, ethosuximide, fenobarbital, fenytoïne, gabapentine, lacosamide, levetiracetam, pregabaline, primidon, rufinamide, topiramaat, valproïnezuur, vigabatrine en zonisamide.

Benzodiazepinen
Benzodiazepinen beïnvloeden prikkels in de hersenen die epileptische aanvallen kunnen oproepen. Ze worden daarom gebruikt om epileptische aanvallen te stoppen. Voorbeelden zijn diazepam, midazolam, clonazepam en lorazepam.

Acetazolamide
Acetazolamide blijkt bij sommige vormen van epilepsie de spierkrampen te kunnen voorkomen. Het wordt gebruikt als andere medicijnen tegen epilepsie niet of onvoldoende werken.

Verapamil
Verapamil beïnvloedt prikkels in de hersenen die epileptische aanvallen oproepen. Het wordt gebruikt bij het syndroom van Dravet, een ernstige vorm van epilepsie bij jonge kinderen.

Chloralhydraat
Chloralhydraat wordt soms gebruikt bij mensen in de laatste levensfase (in de terminale zorg) met epileptische aanvallen. Chloralhydraat kan een epilepsieaanval stoppen.

Cannabis
Als andere middelen niet voldoende helpen, kan uw arts cannabis voorschrijven. Hoe cannabis precies werkt bij epilepsie is niet bekend. Ook is de werking niet aangetoond.

Chat with us on WhatsApp