Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

Overgangsklachten

Wat zijn overgangsklachten?

De overgang is een aantal jaren rondom je laatste ongesteldheid. Het is een natuurlijke periode in het leven van vrouwen. Je lichaam verandert van vruchtbaar naar niet meer vruchtbaar.

Vaak worden ‘overgang’ en ‘menopauze’ door elkaar gebruikt. Toch is het niet hetzelfde:

  • De menopauze is de laatste ongesteldheid. Gemiddeld is dat bij vrouwen als ze 51 jaar zijn.
  • De overgang zijn de jaren rondom de laatste ongesteldheid.

De overgang kan beginnen als je tussen de 40 en 60 jaar oud bent.

1 op de 100 vrouwen komt te vroeg in de overgang, voor ze 40 jaar zijn.

Je hebt een bepaald aantal eicellen. Elke maand wordt er een eicel rijp. Die komt los uit je eierstok. Tussen de leeftijd van 40 en 60 jaar zijn de eicellen op. Of ze worden niet meer rijp.

Er komt dan geen eicel meer los uit de eierstok. Daardoor maakt je lichaam minder vrouwelijk hormoon: oestrogeen. Dit geeft deze veranderingen:

  • Het slijmvlies van je baarmoeder groeit anders dan eerst. Sneller of langzamer.
    Je wordt daarom vaker of minder vaak ongesteld.
  • Het warmte-centrum van je hersenen regelt je temperatuur. Dat warmte-centrum moet wennen aan minder oestrogeen. Je lichaam krijgt soms opeens seintjes dat het moet opwarmen, terwijl dat niet zo is.
    De bloedvaten van je huid gaan dan meer open staan. Dat geeft een warm gevoel, roodheid en zweten.
Jonger dan 40 en in de overgang

Een vroege overgang (jonger dan 40 jaar) kan komen:

  • door iets erfelijks: je hebt bijvoorbeeld een fout in een gen waardoor je vroeger in de overgang komt
  • door een behandeling met chemotherapie of bestraling
  • als je eierstokken zijn weggehaald
  • door een ontsteking van de bijnier, zoals de ziekte van Addison. Dit komt bijna nooit voor.

Meestal is het niet duidelijk waar een vroege overgang door komt.

Kan ik er zelf iets tegen doen?

Kijk voor adviezen en behandelingen bij:

Wat kan de apotheker voor mij doen?

Uw apotheker zorgt ervoor dat u uw medicijnen goed en veilig kunt gebruiken. Het maakt niet uit of u een medicijn korte tijd of langdurig nodig heeft.

  • Receptcontrole

De apotheker controleert elk recept. Bijvoorbeeld: is het juiste medicijn voorgeschreven en meegegeven, is de dosering goed, kan het medicijn samen met andere medicijnen die u gebruikt. Als het nodig is, overlegt uw apotheker met uw huisarts of specialist.

  • Overzicht van uw medicijnen

Uw apotheker houdt bij welke medicijnen u gebruikt. U kunt in de apotheek altijd om een overzicht van uw medicijnen vragen. Dit kunt u bijvoorbeeld meenemen als u uw specialist bezoekt, in het ziekenhuis wordt opgenomen of naar het buitenland gaat.

  • Delen van informatie over uw medicijnen met andere zorgverleners

Uw apotheker, huisarts en het ziekenhuis kunnen informatie over uw medicijnen met elkaar delen als dat nodig is voor uw behandeling. Dit mag alleen als U daar toestemming voor geeft.

  • Begeleiding bij nieuwe geneesmiddelen

Krijgt u een medicijn dat u in de afgelopen 12 maanden niet hebt gebruikt? Dan krijgt u extra uitleg over deze medicijnen.

  • Ondersteuning als u uw medicijnen weleens vergeet in te nemen

De apotheker heeft daar hulpmiddelen voor. Als uw zorgverzekeraar toestemming geeft, kan uw apotheker uw medicijnen per dag en per tijdstip van inname in aparte zakjes voor u laten verpakken.

  • Persoonlijk gesprek over uw medicijnen

Heeft u vragen over uw medicijnen, of problemen met het gebruik? Bijvoorbeeld moeite met slikken van medicijnen, openmaken van de verpakking, of last van een vervelende bijwerking? Vraag uw apotheker om een persoonlijk gesprek. Hij kijkt dan samen met u welke mogelijkheden er zijn om uw probleem te verhelpen.

  • Medicatiebeoordeling

Uw apotheker en huisarts kunnen u uitnodigen voor een gesprek over uw medicijnen. Dit is mogelijk bij patiënten ouder dan 65 jaar die langdurig meer dan 5 medicijnen gebruiken. Samen met u bespreken ze of er verbetering mogelijk is. Als u bijvoorbeeld last hebt van bijwerkingen van een medicijn kan het soms vervangen worden door een ander medicijn.

  • Zelfzorg

Bij de apotheek kunt u terecht voor advies over medicijnen die u zonder recept (= zelfzorgmedicijnen) kunt kopen, voor verbandmiddelen en cosmetica. De apotheek kan zelfzorgmedicijnen voor u opnemen in uw medicatiedossier. Dan kan de apotheker controleren of u ze veilig samen met uw receptmedicijnen kunt gebruiken.

  • Bezorgservice

Bent u moeilijk ter been? Informeer bij uw apotheek of zij uw medicijnen bij u thuis kunnen bezorgen.

In welke gevallen kan ik beter naar de huisarts gaan?

Maak een afspraak met jouw huisarts bij 1 of meer van deze klachten:

Welke medicijnen worden gebruikt bij

Vrouwelijke geslachtshormonen
Oestrogeen- en het progestageenhormoon zijn vrouwelijke geslachtshormonen. Zij regelen samen de menstruatiecyclus. De geneesmiddelen met oestrogeenhormonen vullen de verminderde hoeveelheid oestrogenen in het lichaam tijdens de overgang aan.

Overgangsklachten als opvliegers, zweetaanvallen, slaapproblemen, prikkelbaarheid, botontkalking, stemmingswisselingen en het droger worden van de vagina nemen hierdoor af. Deze hormonen worden alleen voorgeschreven als uw klachten ernstig zijn en uw dagelijks functioneren beperken. Het is namelijk bekend dat vrouwen die deze hormonen gebruiken een verhoogd risico op borstkanker hebben. Daarom is het van belang elk half jaar met uw arts de voor- en nadelen van het gebruik te heroverwegen en te kijken of het gebruik van de middelen nog nodig is.

Oestrogeenhormonen kunnen alleen worden gegeven, of in combinatie met progestagenen.

De progestageenhormonen voorkomen dat het baarmoederslijmvlies, onder invloed van de oestrogeenhormonen, bovenmatig gaat groeien.

  • Oestrogeenhormonen, zonder gelijktijdig gebruik van progestageenhormonen, worden voorgeschreven aan vrouwen bij wie de baarmoeder is weggehaald.
    • Voorbeelden van oestrogeenhormonen, niet om in te nemen, zijn estradiol neusspray, estradiol-implantatietablet, estradiol pleisters, estradiol in de vagina en estriol in de vagina.
    • Voorbeelden oestrogeenhormonen om in te nemen, zijn estradiol, estriol en geconjugeerde oestrogenen.
  • Progestageenhormonen worden gegeven aan vrouwen die hun baarmoeder nog hebben en voorkomen dat het baarmoederslijmvlies, onder invloed van de oestrogeen hormonen bovenmatig gaat groeien. Middelen met alleen progestageenhormonen worden bij overgangsklachten gebruikt in combinatie met bovenstaande middelen met alleen oestrogeenhormonen. Voorbeeld en zijn dydrogesteron, medroxyprogesteron, norethisteron en tibolon.
  • De vaste combinatie van oestrogeenhormonen met progestageenhormonen wordt alleen voorgeschreven aan vrouwen die hun baarmoeder nog hebben. De progestageenhormonen in deze preparaten voorkomen dat het baarmoederslijmvlies, onder invloed van de oestrogeenhormonen, bovenmatig gaat groeien. Voorbeelden zijn estradiol met dydrogesteron, estradiol met norethisteron, geconjugeerde oestrogenen met medrogeston, geconjugeerde oestrogenen met medroxyprogesteron, geconjugeerde oestrogenen met norgestrel. Of geconjugeerde oestrogenen met het middel met een anti-oestrogene werking bazedoxifeen.

Clonidine
Clonidine heeft verschillende effecten, onder andere op de bloedvaten. Het werkt alleen tegen opvliegers en zweetaanvallen, niet tegen andere overgangsklachten.

Gabapentine
Gabapentine remt de klachten die ontstaan bij de behandeling van borstkanker met antihormonen. De antihormonen kunnen klachten veroorzaken als opvliegers en zweetaanvallen. Gabapentine zorgt ervoor dat de opvliegers minder heftig zijn en minder vaak voorkomen.

Antidepressiva (paroxetine en venlafaxine)
Antidepressiva werken alleen tegen de opvliegers en zweetaanvallen en niet tegen andere overgangsklachten. Ze verminderen de ernst en de frequentie van de opvliegers.

Oxybutynine
Oxybutynine werkt tegen opvliegers die ontstaan bij de behandeling van borstkanker met antihormonen. Oxybutynine zorgt ervoor dat de opvliegers minder vaak voorkomen.

Chat with us on WhatsApp