Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Medische encyclopedie > Klachten zoeken > Klachten overzicht > Prikkelbaredarmsyndroom

Inhoud

Prikkelbaredarmsyndroom

Wat is prikkelbaredarmsyndroom?

Bij het prikkelbare darm syndroom (PDS) heb je regelmatig buikpijn en problemen met poepen. Ook kun je veel winden laten en een opgeblazen gevoel in je buik hebben. 

Mensen met het prikkelbare darm syndroom hebben geen afwijking in de darm, zoals een ontsteking. Maar de darm werkt en reageert vaak wel anders dan bij mensen zonder PDS. 

In Nederland heeft 1 van de 25 mensen PDS. Vrouwen hebben het vaker dan mannen.

Vroeger noemden artsen het prikkelbare darm syndroom ook wel een spastische darm.

Kan ik er zelf iets tegen doen?

Deze dingen kun je zelf doen tegen klachten van het prikkelbare darm syndroom:

Eet gezond

Zorg dat je gezond en regelmatig eet. Eet voeding met veel vezels. Vooral groenten en fruit zijn belangrijk om je darm goed te laten werken. En voor goede poep en gezonde bacteriën in je darm.
Drink ook genoeg: 1,5 tot 2 liter per dag. Kies water of thee zonder suiker of zoetstof.
 
Merk je dat je elke keer klachten krijgt na 1 soort eten of drinken? Dan kun je proberen hoe het gaat als je dit een paar weken niet meer eet of drinkt.
Als je klachten krijgt van meerdere soorten eten, stop dan niet zomaar met al die dingen. Vraag advies van een diëtist. Want als je meerdere soorten eten niet meer eet, krijg je misschien te weinig voedingsstoffen binnen. Als je bijvoorbeeld minder vezels eet, kun je juist meer klachten krijgen.

Kijk hoe je gezond kunt eten als je een prikkelbare darm hebt.

Beweeg genoeg

Door elke dag te bewegen kunnen de klachten minder worden. Bewegen is gezond en helpt om fit te blijven.

Kijk hoeveel je per dag beweegt: thuis, op school of op je werk. Als je weinig beweegt, probeer dan meer te bewegen. Ga bijvoorbeeld elke dag een halfuur wandelen of fietsen. Kijk wat dat met je klachten doet. Stop niet gelijk als je buikpijn krijgt, maar probeer steeds toch iets langer door te gaan.

Kijk hoe je meer en gezond kunt bewegen.

Probeer te blijven doen wat je normaal doet

Probeer overal aan mee te blijven doen, zoals werk, hobby’s en feestjes. Dit zorgt vaak voor afleiding en ontspanning. Door ontspanning kunnen je klachten minder worden.

Soms is dat moeilijk. Als je niet zeker weet of er een wc in de buurt is, kan dat stress geven. Door stress kunnen je darmklachten juist erger worden.

Dit kan helpen als je ergens heen gaat:

  • Vraag van tevoren waar de wc’s zijn.
    Dan weet je dat je daar zo nodig snel naartoe kunt.
  • Vraag vooraf wat voor eten er is. Misschien kan iemand eten regelen waar je geen klachten van krijgt. Of kun je zelf eten meenemen.
  • Spreek vooraf af dat je wat korter blijft.
    Zo kun je toch aan leuke en belangrijke dingen blijven meedoen.
Praat over je zorgen

Maak je je zorgen over je klachten? Praat erover met je huisarts. Vertel waar je je zorgen om maakt.
Door de zorgen kunnen je klachten erger worden. En ga je je misschien nog meer zorgen maken. De klachten en de zorgen maken elkaar dan erger.

Bedenk dat PDS niet gevaarlijk is en niet komt door een ernstige ziekte. Dit kan je geruststellen.

Zorg voor minder stress

Door spanning en stress kun je meer klachten krijgen.

Bedenk waar de stress vandaan komt. Bespreek het met mensen om je heen, zoals familie, vrienden en collega’s.
Je kunt ook een dagboek maken. Schrijf op wanneer je spanning of stress voelt. En waar het minder van wordt.

Zorg voor meer ontspanning. Bijvoorbeeld met muziek, lezen, wandelen, meditatie, yoga of sporten.
Heb je het heel druk? Neem dan juist wat meer rust.

Kijk hoe je beter kunt omgaan met stress en je beter kunt ontspannen.

Wat kan de apotheker voor mij doen?

Uw apotheker zorgt ervoor dat u uw medicijnen goed en veilig kunt gebruiken. Het maakt niet uit of u een medicijn korte tijd of langdurig nodig heeft.

  • Receptcontrole

De apotheker controleert elk recept. Bijvoorbeeld: is het juiste medicijn voorgeschreven en meegegeven, is de dosering goed, kan het medicijn samen met andere medicijnen die u gebruikt. Als het nodig is, overlegt uw apotheker met uw huisarts of specialist.

  • Overzicht van uw medicijnen

Uw apotheker houdt bij welke medicijnen u gebruikt. U kunt in de apotheek altijd om een overzicht van uw medicijnen vragen. Dit kunt u bijvoorbeeld meenemen als u uw specialist bezoekt, in het ziekenhuis wordt opgenomen of naar het buitenland gaat.

  • Delen van informatie over uw medicijnen met andere zorgverleners

Uw apotheker, huisarts en het ziekenhuis kunnen informatie over uw medicijnen met elkaar delen als dat nodig is voor uw behandeling. Dit mag alleen als U daar toestemming voor geeft.

  • Begeleiding bij nieuwe geneesmiddelen

Krijgt u een medicijn dat u in de afgelopen 12 maanden niet hebt gebruikt? Dan krijgt u extra uitleg over deze medicijnen.

  • Ondersteuning als u uw medicijnen weleens vergeet in te nemen

De apotheker heeft daar hulpmiddelen voor. Als uw zorgverzekeraar toestemming geeft, kan uw apotheker uw medicijnen per dag en per tijdstip van inname in aparte zakjes voor u laten verpakken.

  • Persoonlijk gesprek over uw medicijnen

Heeft u vragen over uw medicijnen, of problemen met het gebruik? Bijvoorbeeld moeite met slikken van medicijnen, openmaken van de verpakking, of last van een vervelende bijwerking? Vraag uw apotheker om een persoonlijk gesprek. Hij kijkt dan samen met u welke mogelijkheden er zijn om uw probleem te verhelpen.

  • Medicatiebeoordeling

Uw apotheker en huisarts kunnen u uitnodigen voor een gesprek over uw medicijnen. Dit is mogelijk bij patiënten ouder dan 65 jaar die langdurig meer dan 5 medicijnen gebruiken. Samen met u bespreken ze of er verbetering mogelijk is. Als u bijvoorbeeld last hebt van bijwerkingen van een medicijn kan het soms vervangen worden door een ander medicijn.

  • Zelfzorg

Bij de apotheek kunt u terecht voor advies over medicijnen die u zonder recept (= zelfzorgmedicijnen) kunt kopen, voor verbandmiddelen en cosmetica. De apotheek kan zelfzorgmedicijnen voor u opnemen in uw medicatiedossier. Dan kan de apotheker controleren of u ze veilig samen met uw receptmedicijnen kunt gebruiken.

  • Bezorgservice

Bent u moeilijk ter been? Informeer bij uw apotheek of zij uw medicijnen bij u thuis kunnen bezorgen.

In welke gevallen kan ik beter naar de huisarts gaan?

Maak een afspraak bij je huisarts als je veel klachten hebt en een behandeling wilt proberen.

Maak ook een afspraak bij je huisarts als je 1 of meer van deze dingen merkt:

  • Er zit bloed bij of door je poep.
  • Je poept opeens veel vaker dan je gewend bent.
  • Je poept opeens veel minder vaak dan je gewend bent, bijvoorbeeld maar 1 keer in de week.
  • Je poep is opeens veel dunner of veel dikker dan je gewend bent.
  • Je hebt vaak het gevoel dat je moet poepen, maar er komt niks.
  • Je valt af zonder dat je weet hoe dat komt.
  • Je bent 50 jaar of ouder en je krijgt voor het eerst klachten van een prikkelbare darm.

Deze dingen passen niet bij PDS. Je kunt dan een andere ziekte hebben.

Welke medicijnen worden gebruikt bij

  • Prikkelbaredarmsyndroom met vooral pijnklachten

Pepermuntolie
Bij het prikkelbaredarmsyndroom kunt u soms pepermuntolie gebruiken. Het heeft een ontspannend effect op maag en darmen. Hierdoor verminderen de maagdarmkrampen, winderigheid en buikpijn.

Rifaximine
Artsen schrijven rifaximine soms voor bij prikkelbaredarmsyndroom zonder verstopping. Het is nog onbekend hoe rifaximine precies werkt bij prikkelbaredarmsyndroom. Rifaximine vermindert de klachten van het prikkelbaredarmsyndroom in het algemeen. Ook krijgt u minder last van een opgeblazen gevoel.

Antidepressiva
Artsen schijven soms antidepressiva voor bij prikkelbaredarmsyndroom met erge pijnklachten. Voorbeelden van antidepressiva die hierbij gebruikt worden, zijn amitriptyline, imipramine, nortriptyline, fluoxetine, citalopram en escitalopram. Antideprepressiva zorgen voor minder klachten van het prikkelbaredarmsyndroom.

Mebeverine
Mebeverine verslapt vooral de spieren van de dikke darm, zodat deze zich minder hard samenknijpt. Hierdoor verminderen de darmkrampen. Ook zou het voor minder winderigheid, verstopping, dunne ontlasting, een opgezette buik en maagklachten zorgen. Het effect is klein.

  • Prikkelbaredarmsyndroom met vooral diarreeklachten

Loperamide
Als bij het prikkelbaredarmsyndroom vooral last heeft van diarree, kunt u soms loperamide gebruiken. Loperamide remt de darmbewegingen en zorgt ervoor dat de anus beter sluit. Hierdoor blijft de darminhoud langer in de darmen en wordt het steviger. Ook voelt u minder aandrang en kunt u uw ontlasting beter ophouden. Loperamide vermindert ook de buikpijnklachten.

Psylliumvezels
Als u bij het prikkelbaredarmsyndroom vooral last heeft van diarree, kunt u soms psylliumvezels gebruiken. Psylliumvezels nemen in de darmen het vocht op dat te veel is. Hierdoor wordt de ontlasting vaster. Als u dit medicijn gebruikt bij diarree is het belangrijk om weinig te drinken, zodat het medicijn zoveel mogelijk vocht in de darmen kan opnemen.

Ondansetron
Als u bij het prikkelbaredarmsyndroom vooral last heeft van diarree, kan uw arts soms ondansetron voorschrijven. Het zorgt ervoor dat u minder aandrang voelt. Ook zorgt het voor stevigere ontlasting. Ondansetron helpt niet tegen de pijnklachten bij prikkelbaredarmsyndroom.

Colestyramine
Bij vermoeden van galzuur-diarree bij het prikkelbaredarmsyndroom, kan uw arts soms colestyramine voorschrijven. Galzuur-diarree wordt veroorzaakt door te veel galzuren in de darmen, bijvoorbeeld doordat het lichaam galzuur niet goed opneemt. In de darm bindt colestyramine aan het galzuur, waardoor diarree minder wordt.

  • Prikkelbaredarmsyndroom met vooral verstoppingsklachten

Psylliumvezels
Als u bij het prikkelbaredarmsyndroom vooral last heeft van verstopping, kunt u soms psylliumvezels gebruiken. Psylliumvezels nemen water op, hierdoor krijgt u meer en zachtere ontlasting. Dit prikkelt de darm om harder te gaan werken. Als u dit medicijn gebruikt bij verstopping is het belangrijk om veel te drinken: 1,5 tot 2 liter per dag. Anders kan dit medicijn gaan klonteren in de darm en dit kan verstopping of afsluiting van de darm veroorzaken.

Macrogol
Als u bij het prikkelbaredarmsyndroom vooral last heeft van verstopping, kan uw arts soms macrogol voorschrijven. In de darm trekt macrogol vocht aan. Hierdoor wordt de ontlasting zachter en helpt het de darmbeweging van de dikke darm.

Magnesiumoxide
Als psylliumvezels of macrogol onvoldoende helpen tegen verstopping, kunt u magnesiumoxide proberen. Magnesiumoxide houdt in de darm water vast zodat de ontlasting zachter wordt.

Linaclotide
Als u bij het prikkelbaredarmsyndroom vooral last heeft van verstopping, kan uw arts linaclotide voorschrijven. Dit medicijn helpt de darmbewegingen waardoor het laxerend werkt. Ook vermindert het de pijn in de darmen. Het effect is meestal binnen 1 tot 4 weken merkbaar.

Prucalopride
Als u bij het prikkelbaredarmsyndroom vooral last heeft van verstopping en de andere laxeermiddelen onvoldoende helpen, kan uw arts soms prucalopride voorschrijven. Het zorgt ervoor dat de darmwand sneller gaat bewegen. Hierdoor gaat het voedsel sneller van de maag naar de darmen en ontstaat er geen verstopping meer.

Chat with us on WhatsApp