Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

Specifieke fobie

Wat is specifieke fobie?

Je bent heel erg bang voor iets, zoals:

  • spinnen
  • slangen
  • bloed
  • op iets hoogs staan: hoogtevrees
  • vliegen: vliegangst
  • autorijden: rijangst
  • in een kleine ruimte zijn, zoals een lift of een wc: claustrofobie

Je weet meestal wel dat de angst overdreven is, maar dat helpt niet. Je bent er toch heel bang voor.

Een fobie krijg je vaak al als kind. Waarschijnlijk ontstaat een fobie door hoe je als kind reageerde op angst. Je dacht dat iets gevaarlijk was. Je voelde angst. Je trilde bijvoorbeeld en zweette.
Door die lichamelijke klachten ben je nog banger geworden. Je ging er ook voor zorgen dat je liever niet meer in die situatie kwam. 

Je kunt een fobie krijgen door een combinatie van:

  • je karakter: sommige mensen zijn van zichzelf sneller bang. Vooral als je gevoelig bent voor stress en verlegen bent. 
  • je erfelijke aanleg
  • bepaalde stoffen in zenuwen en hersenen die stress regelen
  • ervaringen die je hebt gehad en hoe je bent opgevoed

Kan ik er zelf iets tegen doen?

Zo kun je met je angst omgaan en voel je je beter:

  • Vertel iemand die je vertrouwt over je angst.
  • Blijf alles doen. Ook dingen die je eng vindt. Zo leer je met de spanning om te gaan. De angst wordt daardoor minder.
    Krijg je een paniekaanval? De angst wordt dan meestal vanzelf minder na 60 tot 90 minuten. Als je dat weet, durf je misschien toch de dingen te doen die je eng vindt.
Gedachtes die je rustig maken

Als je bang bent, denk je vaak aan dingen die de angst erger maken. Bijvoorbeeld: ‘Dit gaat misschien nooit meer over’.

Je kunt leren om dat te veranderen:

  • Schrijf in een dagboek. Dat kan op papier of in je telefoon. Schrijf op wat er precies gebeurt op angstige momenten. Waar denk je dan aan? Waar ben je bang voor? Wat voel je? En wat doe je dan?
  • Denk goed na of er wel een reden is om zo bang te zijn.
  • Bedenk daarna positieve dingen waaraan je voortaan kunt proberen te denken.
    Bijvoorbeeld: je durft niet meer een winkel in te gaan. Bedenk dan wat je vroeger altijd zo leuk vond aan winkelen. Vaak lukt het dan beter om rustig te blijven als je de angst voelt.
  • Schrijf die positieve gedachtes op. Je kunt ze dan op moeilijke momenten nalezen.
  • Schrijf ook op wat je vanaf nu op angstige momenten kunt doen. Bijvoorbeeld rustig ademen.

Wat kan de apotheker voor mij doen?

Uw apotheker zorgt ervoor dat u uw medicijnen goed en veilig kunt gebruiken. Het maakt niet uit of u een medicijn korte tijd of langdurig nodig heeft.

  • Receptcontrole

De apotheker controleert elk recept. Bijvoorbeeld: is het juiste medicijn voorgeschreven en meegegeven, is de dosering goed, kan het medicijn samen met andere medicijnen die u gebruikt. Als het nodig is, overlegt uw apotheker met uw huisarts of specialist.

  • Overzicht van uw medicijnen

Uw apotheker houdt bij welke medicijnen u gebruikt. U kunt in de apotheek altijd om een overzicht van uw medicijnen vragen. Dit kunt u bijvoorbeeld meenemen als u uw specialist bezoekt, in het ziekenhuis wordt opgenomen of naar het buitenland gaat.

  • Delen van informatie over uw medicijnen met andere zorgverleners

Uw apotheker, huisarts en het ziekenhuis kunnen informatie over uw medicijnen met elkaar delen als dat nodig is voor uw behandeling. Dit mag alleen als U daar toestemming voor geeft.

  • Begeleiding bij nieuwe geneesmiddelen

Krijgt u een medicijn dat u in de afgelopen 12 maanden niet hebt gebruikt? Dan krijgt u extra uitleg over deze medicijnen.

  • Ondersteuning als u uw medicijnen weleens vergeet in te nemen

De apotheker heeft daar hulpmiddelen voor. Als uw zorgverzekeraar toestemming geeft, kan uw apotheker uw medicijnen per dag en per tijdstip van inname in aparte zakjes voor u laten verpakken.

  • Persoonlijk gesprek over uw medicijnen

Heeft u vragen over uw medicijnen, of problemen met het gebruik? Bijvoorbeeld moeite met slikken van medicijnen, openmaken van de verpakking, of last van een vervelende bijwerking? Vraag uw apotheker om een persoonlijk gesprek. Hij kijkt dan samen met u welke mogelijkheden er zijn om uw probleem te verhelpen.

  • Medicatiebeoordeling

Uw apotheker en huisarts kunnen u uitnodigen voor een gesprek over uw medicijnen. Dit is mogelijk bij patiënten ouder dan 65 jaar die langdurig meer dan 5 medicijnen gebruiken. Samen met u bespreken ze of er verbetering mogelijk is. Als u bijvoorbeeld last hebt van bijwerkingen van een medicijn kan het soms vervangen worden door een ander medicijn.

  • Zelfzorg

Bij de apotheek kunt u terecht voor advies over medicijnen die u zonder recept (= zelfzorgmedicijnen) kunt kopen, voor verbandmiddelen en cosmetica. De apotheek kan zelfzorgmedicijnen voor u opnemen in uw medicatiedossier. Dan kan de apotheker controleren of u ze veilig samen met uw receptmedicijnen kunt gebruiken.

  • Bezorgservice

Bent u moeilijk ter been? Informeer bij uw apotheek of zij uw medicijnen bij u thuis kunnen bezorgen.

In welke gevallen kan ik beter naar de huisarts gaan?

Welke medicijnen worden gebruikt bij

Serotonineheropnameremmers
Serotonineheropnameremmers, ook wel SSRI`s genoemd, regelen in de hersenen de hoeveelheid serotonine, een van nature voorkomende stof die een rol speelt bij stemming en emoties. Hierdoor nemen angsten af. Voorbeelden zijn paroxetine, citalopram, fluvoxamine en sertraline.
 

Tricyclische antidepressiva
Tricyclische antidepressiva regelen in de hersenen de hoeveelheid serotonine en noradrenaline, twee van nature voorkomende stoffen die een rol spelen bij stemming en emoties. Hierdoor verminderen de gevoelens van angst. Voorbeelden zijn clomipramine en imipramine.

Chat with us on WhatsApp