Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

avatrombopag

Avatrombopag helpt het lichaam om bloedplaatjes te maken.

Artsen schrijven het voor bij sommige bloedziekten, zoals;

  • de bloedstollingsziekte ITP;
  • te weinig bloedplaatjes (trombocytopenie) bij mensen met een leverziekte die een operatie krijgen.

Wat doet avatrombopag en waarbij gebruik ik het?

Bloedstollingsziekten

Bloedstollingsziekten
Avatrombopag wordt gebruikt bij de bloedstollingsziekte immuun trombocytopenie (ITP), als andere medicijnen onvoldoende helpen. ITP is een auto-immuunziekte. Dit betekent dat het afweersysteem de eigen cellen aanvalt, in dit geval de bloedplaatjes. Dit maakt de bloedplaatjes kapot. Bloedplaatjes zijn nodig voor de bloedstolling, bijvoorbeeld bij wonden. Door te weinig bloedplaatjes ontstaan er snel bloedingen. Bloedingen merkt u bijvoorbeeld aan kleine puntjes onder de huid (puntbloedingen), sneller blauwe plekken, een bloedneus of bloedend tandvlees.

Werking en effect
Avatrombopag helpt het lichaam om meer bloedplaatjes te maken. Hierdoor stijgt de hoeveelheid bloedplaatjes in uw bloed en heeft u minder kans op bloedingen. Het aantal bloedplaatjes stijgt binnen 1 tot 2 weken.

Ernstige leverziekte
Avatrombopag wordt gebruikt als u een operatie krijgt en een ernstige leverziekte hebt met te weinig bloedplaatjes in het bloed. Bijvoorbeeld hepatitis C.

Behandeling
Voordat u een operatie krijgt, is het belangrijk dat u genoeg bloedplaatjes in uw bloed heeft. Heeft u een ernstige leverziekte en weinig bloedplaatjes? Dan heeft u een grotere kans dat een bloeding moeilijk stopt tijdens een operatie. Daarom zult u voor de operatie avatrombopag krijgen.

Werking en effect
Avatrombopag helpt het lichaam om meer bloedplaatjes te maken. Hierdoor stijgt de hoeveelheid bloedplaatjes in uw bloed. Dit zorgt ervoor dat uw operatie makkelijker en veiliger verloopt. Het aantal bloedplaatjes stijgt binnen 1 tot 2 weken.

Lees meer over bloedstollingsziekten . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Hoofdpijn en moe zijn.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Migraine en duizelig zijn.

  • Bijwerkingen in het bloed. Hierdoor kunt u last krijgen van bloedarmoede, meer kans op bloedingen en zeer zelden meer kans op infecties.

    Deze bijwerkingen ontstaan door een tekort aan rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes. Neem contact op met uw arts bij: onverklaarbare koorts of keelpijn, blaren in de mond en keel, onverklaarbare bloedneuzen, onderhuidse bloedinkjes en blauwe plekken en erge moeheid.

    Neem ook contact op als u bloed in uw plas ziet of last krijgt van bloedingen uit uw vagina.

    Door het tekort aan witte bloedcellen bent u ook gevoeliger voor infecties door virussen, bacteriën of schimmels. Neem altijd contact op met uw arts bij infecties zoals verkoudheid, keelontsteking, griep, steenpuisten en andere huidinfecties. Tijdens de behandeling zal de arts uw bloed regelmatig controleren. Het bloed herstelt weer als u met dit medicijn stopt.

  • Maagdarmklachten. Zoals minder eetlust, misselijk zijn, overgeven, diarree, winderig zijn en buikpijn. Zeer zelden meer eetlust, verstopping of brandend maagzuur.

  • Pijn in de spieren, botten of gewrichten.

  • Zwak gevoel

  • Doof of tintelend gevoel in handen of voeten.

  • Jeuk, huiduitslag, rode of paarse puntjes op de huid, puistjes. Zeer zelden zweten.

    Dit kan komen door overgevoeligheid, maar dat hoeft niet. Zie zeer zelden overgevoeligheid.

  • Kortademig zijn

  • Hoge bloeddruk, meer cholesterol (vet) in het bloed

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Koorts

  • Haarverlies

  • Oogklachten, zoals jeuk, opgezwollen ogen, minder goed zien en gevoelig zijn voor licht.

  • Oorpijn, overgevoelig zijn voor geluid.

  • Mondklachten, zoals een vreemd gevoel en een gezwollen tong.

  • Andere smaak in de mond.

  • Pijnlijke tepels

  • Stemmingswisselingen

  • Aambeien

  • Hartaandoeningen, zoals een hartaanval (hartinfarct) of een onregelmatige hartslag.

    Een hartinfarct merkt u aan hevig drukkende of snoerende pijn op de borst. Soms straalt de pijn uit naar de linkerarm of naar de kaken. Vaak bent u misselijk, en zweterig en klam. Waarschuw direct een arts.

  • Kans op trombose.

    Dit merkt u aan een dikke, harde, rode en pijnlijke plek op het been, soms aan pijn in de kuit en een zwaar gevoel in het been, zeer zelden aan plots kortademig zijn, soms met pijn of het ophoesten van bloed. Waarschuw in deze gevallen direct een arts, of ga meteen naar de Eerste-Hulpdienst.

  • Leverschade. Uw arts zal uw leverwaarden regelmatig controleren.

    Krijgt u een gevoelige, opgezwollen buik of een gele verkleuring van het oogwit of van de huid. Waarschuw dan uw arts.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. U merkt dit aan huiduitslag, galbulten of jeuk. Uw tong en gezicht kunnen opzwellen. Raadpleeg dan uw arts.

    Bent u overgevoelig voor dit medicijn? Dan mag u het niet meer gebruiken. Geef dit daarom aan de apotheker door. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik avatrombopag gebruiken met andere medicijnen?

Er zijn van dit medicijn geen belangrijke wisselwerkingen met andere medicijnen bekend.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

Autorijden en alles eten en drinken?
Ja, dat kan. U mag autorijden, en u mag eten en drinken zoals u normaal doet.

Alcohol?
Te veel alcohol is niet goed voor de lever. Drink daarom geen alcohol als u een leverziekte heeft.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Overleg met uw arts. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Meld het in elk geval aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Zo mogelijk kunt u (tijdelijk) overstappen op een ander medicijn.

Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven? Overleg dan met uw arts. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u borstvoeding geeft. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt en of het schadelijk voor de baby is. Mogelijk kan de arts u (tijdelijk) een ander medicijn voorschrijven, waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken. Of u kunt flesvoeding geven.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek of in de bijsluiter.

Hoe?
Neem de tablet met water.

Wanneer?
Neem dit medicijn samen met eten. U kunt dit medicijn elk moment van de dag nemen. Kies een vaste tijd, dan vergeet u het minder snel. Bijvoorbeeld in de ochtend bij het ontbijt.

Hoelang?
ITP
U gebruikt dit medicijn zolang het goed werkt op het aantal bloedplaatjes in uw bloed. Uw arts controleert het aantal bloedplaatjes en past zo nodig de dosering aan of stopt de behandeling.

Operatie 
U gebruikt dit medicijn 5 dagen lang. U begint ongeveer 2 weken voor de operatie.

Chat with us on WhatsApp